Iets een plekje geven…

In verband met de vakantie van onze columnisten plaatsen wij een column uit ons archief.

Iets een plekje geven…

Een tijd geleden las ik in de Leeuwarder Courant een artikel over het verschijnsel Vage Taal.
Een voorbeeld van vage taal wat daarin werd genoemd is de uitdrukking: “iets een plekje geven”. Deze uitdrukking wordt bijvoorbeeld vaak gebezigd als mensen een groot, of klein verlies hebben geleden. Na verloop van tijd wordt dan vaak gevraagd of “ze het al een plekje hebben kunnen geven” En natuurlijk is dit een hele vreemde, zeer vage uitdrukking als je er goed over nadenkt.
Wat heb je dan een plekje kunnen geven: je verdriet? En in welke vorm zit dat verdriet dan dat het wil passen op dat plekje? En waar is dat plekje dan? En wat als er geen plek meer is??
Dat ’s avonds je gevoelens van verdriet aanbellen en vragen: “is er al plek?”
“Nou nee, ik moet nog 12 keer naar de therapeut, nog 28 huilbuien en nog 12 keer praten met de maatschappelijk werkster, maar dan denk ik dat er wel plek is, kom dan maar weer eens terug.”
Wat als er een wachtlijst is omdat alle plekjes al bezet zijn. Omdat je al zoveel dingen een plek heb gegeven: het sterven van je kat toen je 5 was, het niet krijgen van die mooie rode loekie fiets op je 7e verjaardag, het kwijtraken van die mooie blauwe wanten ( misschien liggen die ook wel op een plekje..) het verliezen van je eerste echte grote liefde…
Hoe ziet dat plekje eruit en hoe komt ‘het’ er binnen? Via de neus of het gehoororgaan ? ( “Wat pulk je in je oor?” “Ja, iets is een plekje aan het zoeken…” )
Is er een TomTom te koop die je gevoelens de plek wijst en dan roept: “bestemming bereikt?”
Wie heeft deze uitdrukking in vredesnaam bedacht? Zou het bedacht zijn in de jaren 70 temidden van hippies in paarse gewaden die rebirhting-therapieen gaven of in, met wierooklucht vervulde kamertjes waar langharige geitenwollensokkenrockers acceptatie-therapie predikten?
Als je geen oplossing meer weet voor je patiënt cq cliënt dan roep je gewoon: “Je moet het een plekje geven!!” Wat een dooddoener!
Je bent van alles af en je hoeft alleen maar af te wachten.

Zorggezemel noemen ze het gebruik van dit soort uitdrukkingen ook wel, ik las het zonet ergens op internet:
” De hulpverleners spreken de taal van het veld, ze pakken de hulpvraag van multiprobleemgezinnen omzichtig aan om de interpersoonlijke harmonie niet te verstoren en bekijken de klant door verschillende brillen. Op het hoofdkantoor van de zorginstelling probeert de zorgmanager juist no-nonsens marktwerking binnen te loodsen en spreekt van verzorging als core business en over een blindedarmoperatie als primair proces.”
Waar gaat het in vredesnaam over!! Ook journalisten, onderwijzers
( competentiegericht leren en 360graden feedback ) en managers mogen graag vage taal bezigen.
Eigenlijk doen we het natuurlijk allemaal wel eens, van alles zeggen en uiteindelijk niets zeggen, alle opties openhouden zodat je altijd een klein beetje gelijk hebt en later nooit van onwaarheden beticht kunt worden. En soms kun je gewoon niet anders dan gebruik maken van clichés en open deuren. Soms zijn die namelijk gewoon waar. Er zijn namelijk meer mannen dan kerken, dat is onderzocht en bewezen.
En heel soms kun je niet anders dan de waarheid zeggen: tijd heelt niet alle wonden en je verdriet raakt soms verdwaald, en vindt soms zijn plek nooit…………….

Die&die