Vader – Weest wel juh… die Sneeker

Mijn jeugdige jaren waren fantastisch, een voorbeeld van hoe een jeugd hoort te zijn. Ik groeide op in een gezin met één broer, en twee zussen en natuurlijk een vader en een moeder. We woonden in een leuk huis met een voor en achtertuin. Het huis werd zoals heel gewoon in die tijd gehuurd, kopen was voor de rijken.

Maar desondanks een groot huis met een zolder waar mijn vader kluste of van zijn hobby genoot. Hij maakte dingen uit hout, de zolder hing vol met windmolentjes en andere gemaakte dingen. Mooi geschilderd want dat moest als het buiten zou staan!
Vader was iemand die alles kon en deed. Een schilder? Welnee….dat doe ik zelf. En dat was zo met vrijwel alle nodige reparaties van de auto tot de waterleiding en alles wat er tussen kwam. In mijn jeugd was ik dan ook vaak bij vader te vinden. Ik vond het geweldig als we op zaterdag de auto een grote beurt gingen geven.

De auto werd op twee metalen bokken gereden en vader lag op zijn rug op straat onder de auto. Ik gaf alles aan wat nodig was. En zo leerde ik met alles wat vader maakte ook zelf dingen te maken of te repareren.
Vader was een lange man, groot en sterk, die ondanks zijn slechte rug ieder voorjaar de tuin omspitte. In later jaren werd de tuin thuis geruild voor een volkstuintje en vader was daar vaak te vinden.

In ons gezin was door omstandigheden mijn vader uit zijn werk geraakt en voor een groot deel afgekeurd, mijn moeder werkte en vader was huisman! Best al wel bijzonder in die jaren. Het maakte dat vader meer thuis was dan moeder dus in de vakantietijd brachten we veel tijd met hem door.
Mijn moeder is helaas een aantal jaren geleden overleden en op haar sterfbed waar we met z’n allen naast zaten hebben we haar beloofd goed voor vader te zullen zorgen. We zijn onze belofte de afgelopen negen jaar trouw nagekomen. Iedere zondag gaan we naar hem toe en drinken we met elkaar koffie met gebak zoals we ook deden toen moeder nog leefde.

Vader is een aantal jaren geleden verhuist naar een verzorgingstehuis omdat hij zichzelf niet meer kon redden. Het lopen werd minder en er werd een lichte vorm van Alzheimer vastgesteld. Hij woont heel mooi en heeft een prachtig uitzicht.

Maar vader is wel veranderd, het is anders dan voorheen als je bij hem op visite komt. Zijn gehoor is heel slecht maar hij weigert een gehoorapparaat. Ons bezoek vindt hij super maar hij wisselt nog maar weinig woorden. Het is en blijft mijn vader en ik hou verschrikkelijk veel van hem. Dank zij hem en mijn moeder ben ik geworden wat ik ben en heb ik een ware overdaad aan kennis en ervaring opgedaan.

Daarom doet het ook zo veel pijn, al praat ik daar niet veel over, hem zo te zien. Ik zou zo graag weer met hem klussen en genieten van het samenzijn. Samen voor de televisie zitten als iedereen al op bed lag en wij Hill Street Blues uitkeken. Maar ik weet die tijd is geweest en ik zal dat moeten accepteren.

Als ik het moeilijk heb dan sluit ik mijn ogen en denk terug aan die jongen die met enorm veel plezier zoveel mooie dingen met vader heeft beleefd en dan ben ik heel dankbaar en blij.
Dan wordt het even minder zwaar en vindt ik de verandering minder erg. Dan ga ik naar hem toe op zondag…….

En dan zie ik even weer die grote sterke man waar ik zo vreselijk trots op ben.
Mijn vader!

Weest wel juh…Die Sneeker !