Bloedfobie.

Het begint met een hard zoemend geluid in mijn oren. Snel volgen de andere symptomen: draaierig, gek gevoel in de buik en licht worden in mijn hoofd. Negen van de tien keer loopt het met een sisser af doordat ik snel kan handelen. Maar soms is de veroorzaker van mijn symptomen net even wat te snel geweest. Dan val ik flauw. De veroorzaker is mijn eigen bloed. Heel gewoon iets. Iedereen heeft het maar dat van mij en dat van mijn gezin mag niet tevoorschijn komen want ik reageer er best een beetje vreemd op.
Bloed van anderen daarentegen is geen enkel probleem. Graag sta ik met mijn neus er bovenop te kijken naar hechtingen van wat eerder een grote wond moet zijn geweest. Operaties op tv zijn reuze interessant om te volgen. Ik ben een ster in het ontsmetten en verbinden van bloedende wonden. Ik kan ook met gepaste trots kijken naar het verbandje wat ik net heb aangelegd bij het “slachtoffer”.
Maar niet bij mijn gezin en al helemaal niet bij mij.

Zo had mijn dochter enige tijd geleden zichzelf gesneden in haar vinger. Ik zat met mijn rug naar haar toe toen ik een zacht stemmetje hoorde zeggen dat ze zich niet zo goed voelde. Ik draaide me om en zag een hele bleke dochter staan die met haar ene hand de andere stevig omklemde. Ik zag genoeg. Dochter viel flauw, ik ving haar op en deed daarna gezellig mee. Het hele gebeuren neemt maar enkele seconden in beslag en daarna kan ik gewoon de pleisters pakken. Dochter krijgt het advies om het vanavond maar even aan papa te laten zien.

 

Nu moest ik van mijn huisarts naar het ziekenhuis om bloed te laten prikken. Ik kreeg een lijstje mee en er stonden best veel vinkjes op. Veel vinkjes zal ook wel betekenen veel bloed. Maar hé kom op, iedereen laat wel eens bloed prikken. Niet kijken en dan is alles zo voorbij.
Bij binnenkomst sta ik voor de balie. Zonder op te kijken vraagt de mevrouw: ”nummer?”
Nummer? Andere wachtenden attendeerden mij er op dat ik een nummer moet trekken bij de deur. Ik ging zitten en meteen werd mijn nummer geroepen. Dit keer keek de mevrouw wel op en direct werd ze een stuk vriendelijker. Ik denk dat ze angst rook…
Eenmaal in het hokje biechtte ik gelijk maar op dat ik het niet fijn vond. De bloedafpakker zei dat zij hetzelfde had en daarom deed ze altijd extra voorzichtig en snel.

Maar toch wil ik haar nog even wat regels geven over wat je nooit moet zeggen tegen iemand met een bloedfobie:

  1. Oh, wat een mooie ader!
  2. Hé, waar is dat ene buisje nou?
  3. Ik ga even bellen want ik weet niet of ik nou genoeg heb.
  4. Aan de telefoon: ”ja, mevrouw stroomt lekker door”.

Dan nog een regel: leg nooit, maar dan ook nooit de buisjes in zicht op tafel.
Het ging goed. Met een kaartje in mijn hand voor een tevredenheidsonderzoek liep ik snel weer naar mijn auto.
Bloeduitslag was zelfs perfect en dat moet mijn gezin ook vaak horen. Het mag dan wel perfect zijn, dat hoeft nog niet te betekenen dat ik het ook moet zien.

 

Solo.