Familie grossiert in problemen

Het is bij uitstek de plek om als familie vakantie te vieren: het huisje of chalet. Geen overlast thuis, neutrale omgeving en ingericht op gasten. Meestal heel gezellig, maar als er al iets broeit tussen familieleden, kan zo’n huisje in een hogedrukpan veranderen. Ideaal als basis voor een toneelstuk.

Toanielferiening ’t Is sa ’t falt stapte dit jaar trots in Famylje, van Maria Goos. De meesten van ons kennen haar van tv-series als Oud Geld en de advocatenserie Pleidooi. Familie, of zoals het in oktober in ons Doarpshûs werd uitgevoerd, Famylje, is bijna twintig jaar oud, maar zoals zoveel (klassieke) toneelstukken in het geheel niet aan tijd gebonden. Zeker niet wanneer een regisseur als Wybe Koldijk wordt ingeschakeld, een vertrouwde naam op (ook) de Friese toneelplanken. Een naam van formaat, die de getrainde acteurs van ’t Is sa ’t falt uiteraard toekomt.

Nog voor we een acteur hadden gezien waren we al onder de indruk. Van het decor. Twee blankhouten panelen en enkele meubels uit hetzelfde blanke multiplex tegen donkere gordijnen. Design van Fred Sterk, Johannes de Vries en Marjan Eefting . ’t Zou thuis beslist niet misstaan. Toneelmeesters Johannes de Vries en Eddy van der Wal bedienden vakkundig de schuivende panelen.

Wat we vervolgens zien is hogeschoolvoetbal, maar dan op toneel. De dialogen wisselen in hoog tempo. Er zijn geen ongemakkelijke stiltes: je kunt je afvragen of ynsteksters Anneke de Vries en Eke Romp überhaupt hebben moeten assisteren. Zo ja, dan hebben zij dat briljant gedaan, want niet te merken. Alles klopte: licht en perfect geluid (Dirk Anema, Wybe Mes) en onze acteurs hadden dankzij de grime van Eke Romp, Margriet Franckena en Femke Mes de juiste gelaatskleur.

Licht uit, spot aan. Het oudere echtpaar komt aan op vakantiebestemming, zij (mem, Anky Jongman), draagt een strakke hoofdbedekking die de gevolgen van bestraling of chemo doet vermoeden. Wij kennen Paul Kuijpers als een levendige dorpsgenoot, maar als heit Jan Tegenkamp stiefelt hij overtuigend saai en timide het toneel op.

De eerste problemen dienen zich meteen aan. Er liggen wel houtblokken, maar er is geen open haard. Zitten ze eigenlijk wel in het juiste huisje, of moeten ze hiernaast zijn? Er blijkt ook nagenoeg niets eetbaars in huis. Misschien is er wel een oven voor bijv. een pizza?

“Een oven?” bitst mem, “hoe sa, wolst do my hjir al kremearje?” Zo ervaren we dat mem niet lang meer te leven heeft. Heit heeft al duidelijk gemaakt: “We komme hjir net om te skiën”. Om vervolgens de sneeuwhelling af te sjokken, op zoek naar etenswaar.

Ze zijn nog niet weg of dochter Bibi (Jeltsje Zondervan) en haar echtgenote Von (Janke Cnossen) komen binnen. Bibi is wat zweverig, doet aan yoga en weet alles van energiebanen en chakra’s. Von is schrijfster, bezit een noodlijdend boekwinkeltje en heeft een drankprobleem.

Het lesbo-stel heeft het niet gemakkelijk met de Famylje, vooral niet met de zoon Nico en diens babbelzieke echtgenote Sandra. Dat belooft wat bij de aanstaande ontmoeting, want “se sjogge ús as losers”. Ze zouden Nico en Sanne “graech de grûn yn traepje.”

Reikhalzend kijken we uit naar de kennismaking met Sandra (Jantine Nauta) en haar man Nico, een rol van Johannes Greidanus. Deze soepele toneeltijger draagt een pruik die hem zo goed staat, dat hij zich misschien moet afvragen of dit rekwisiet niet een permanente plaats op zijn schedeldak verdient. Sandra staat voor oeverloos gebabbel, Nico staat voor geld. Wat hij zegt interesseert niemand. Hun zoontjes zijn thuisgebleven.

Nu de leden van de Famylje zijn geïntroduceerd en wij hun achtergronden kennen, ontspint zich vooral een moddergevecht van ongekende omvang, waarin men elkaar in wisselende coalities of gezamenlijk met de grond gelijk tracht te maken. Een spervuur van dodelijke zinnen: “Mem hat it einlings nei de sin. Alles moat bliuwe lykas it nea west is.” Of : “wurket kanker op jimme gefoel foar humor?”- (Nico), “Hy saaide al panyk mei de navelstreng noch om syn nekke”- (mem over Nico), “Kutmem”- (Nico), “Nico had de boel wer ferpest, hiel neffens de tradysje”- (mem) – “Do moatsto befrijd fiele as mem dea is” (Von tegen Bibi), “Bek dicht!”- “Flikker op!” – “Rotwiif!”- “KUT!”

Het is een slachting. “Een abattoir,” zoals heit zegt. Maar hij verzucht ook: “Ik wol dat we noch ien kear by elkoar binne.” Nico zegt, als zijn vrouw Sandra naar huis wil, “Ik bliuw hjir om ’t myn famylje is”. En: “It is dochs ek wolris aardich west”.

Bij alle majeure beledigingen en diskwalificaties spelen toch nog wat lichtere elementen. Heit is 25 jaar geleden betrapt terwijl hij hand in hand zat met zijn secretaresse Jenny Bleek. Nou en, zou je denken, maar het moet uitgesproken want “dan is it skjin tussen jimme as jimme aanst wer nei hûs gean”. Mem haalt de schouders op “Moat ik dêrfan skrikke?” En heit sust opnieuw: “Wês asjebleaft in bytsje aardich foar har, en foar my ek.”

Dit loopt niet goed af, denkt zelfs de meest optimistische toeschouwer al in een vroeg stadium.
Mem wil onthullen dat ze door een bijzondere therapie plots kankervrij is, en zo “elkenien wer gelokkich meitsje”. Ook dit lichtpunt dooft in de modder; ze krijgt eenvoudigweg niet de kans om dat heuglijke nieuws te vertellen.

Tja, dan kun je wel naar huis willen, elfhonderd kilometer verderop, maar ook daar is men bezig met het ingooien van de familieglazen. In de slotscene wordt gebeld met de zoontjes van Nico en Sandra. Die komen net van het politiebureau. Gepakt bij een inbraakpoging. Een inbraak? Waar dan? In het huis van pake en beppe…
Wat moet je met zo’n inktzwarte akker van omgeploegde en walmende familiale gevoelens? Weinig anders dan het als decor beschouwen, lijkt me. De zes acteurs bewegen zich op dit speelveld trefzeker heen en weer en zetten een wereld neer waarvan je niet wilt dat het de jouwe wordt. Ze zijn perfect met tekst en choreografie. Ze weten volledig te overtuigen met wat ze zijn op dat moment: acteurs. Wat schrijf ik? A C T E U R S !

De hele productie is trouwens dik in orde. Heeft u goed gekeken naar de foto van Eddy Huisman in het programmaboekje van de cast? De affiche-achtige omslag ervan? Jantine Nauta ontwierp ‘m. Als Hanno Elzinga en Anne Sophie van Veelen zich er dan mee bemoeien, heb je een mooi en volwaardig boekje. Nog één naam: bij de pianoklanken van Theo Wiersma naar je stoel lopen is op zich al een reden om de matinee te bezoeken.

In elke familie is wel eens wat. Maar het kan altijd erger. Wie op 25 of 26 oktober in het Doarpshûs is geweest, prijst zich gelukkig niet tot de Famylje Tegenkamp te behoren en telt voldaan zijn zegeningen.

Menno Landstra