Hokjes

Heel het leven wordt de mens ingedeeld in hokjes. Dat gebeurt al bij de geboorte, je bent een jongetje of een meisje, je hebt een bepaalde huidskleur en een afkomst. Niks mis mee mede omdat je er niets aan kunt doen. Het schept alleen maar duidelijkheid.

Dit gecatalogiseer hou je echter je hele leven. Je bent een vooroploper of een meeloper, een nieuwsgierig aagje of een bangerik, je draagt merkkleding of een merkloos shirt. Hoe dan ook, je wordt in een hokje gedrukt dat zowel positief als negatief kan uitvallen. Vind je zelf niet altijd leuk, maar ja, de mens kan hard zijn.

Soms gloort er echter wat hoop. Zo af en toe wordt een categorie plotseling uitgebreid met meer hokjes omdat mensen niet (meer) in een bestaand hokje passen. En ja, de mens hoort natuurlijk wel in een hokje. Neem nu de categorie ochtend- of avondmens. Uit onderzoek is gebleken dat niet iedereen één van beiden is. Daar is nu het hokje ‘middagmens’ bij gekomen. Niet ’s morgens gelijk pieken, niet ’s avonds pieken maar pieken tussen 12.00 en 18.00 uur. En eigenlijk ben je dan iemand met het normaalste ritme: je bent het meest wakker als er daglicht is. Zo werkt de biologische klok nu eenmaal. Zo logisch, je snapt niet dat ze dat niet eerder hebben ontdekt.

En soms, helaas slechts één keer per jaar, vallen heel veel hokjes voor eventjes weg. In de vakantietijd. Dan is het niet belangrijk of je in 3-delig pak loopt of in een versleten spijkerbroek. Dan blijkt een directeur net zo te genieten van een flesje bier aan zijn mond ondertussen een hamburger omdraaiend op de georganiseerde vakantiebarbecue als Jan met de Pet. En campingvolleybalt iedereen met iedereen. Dan zijn hokjes plotseling helemaal niet belangrijk. Waarom dan wel in het gewone dagelijkse leven (lees: buiten de vakantie) is voor mij en met mij velen een vraagteken. Mogelijk kunnen ze daar nog eens onderzoek naar doen. Het zal mij niet verbazen dat dat verrassende resultaten oplevert en hopelijk ook veranderende inzichten.

Tot zolang slaak ik maar een diepe zucht en denk: “Was het het hele jaar maar vakantie.”

MPM.