Pukkel in de oceaan – MB

Met als excuus inspiratie te willen opdoen voor mijn column, boekte ik samen met mijn jongste zoon een vlucht naar Saba, een paradijselijk stukje Nederland.
Saba is een Caribisch-Nederlandse eiland.
Je komt er via Sint Maarten. Na het boeing- of airbusgeweld stap je in een minuscuul vliegtuigje, dat in staat is om na een vlucht van zo’n twintig minuten op de ultrakorte (nog geen vierhonderd meter lange) strip, die vanuit de lucht geplakt lijkt op een stuk rots, te landen.
Saba is eigenlijk niet meer dan een vulkaan, een weelderig begroeide uitgebluste vulkaan, met Mount Scenery, 877 meter, een uitdagende klim, als hoogste punt. Het landschap is overweldigend. Weelderig regenwoud, steile kliffen, popperige huisjes en schitterende vergezichten over de Atlantische Oceaan en de Caribische Zee. En dat allemaal op nog geen dertien vierkante kilometer, qua oppervlak te vergelijken met Vlieland, maar dan is geen enkel stuk vlak, afgezien van de landingsbaan.
Ik heb het voorrecht om hier al tien jaar met regelmaat te komen, via vrienden die hier neerstreken om als huisarts te werken. Voor ons hele gezin is het een feest om hier te komen en te genieten van vriendschap, indrukwekkend natuurschoon, een geweldig klimaat en de ultieme rust, die hier heerst.

Starend over de zee, diep beneden mij, een enkel zeilbootje in de verte, voel ik een mengeling van rijkdom en nietigheid.
Bijzonder om te zien, hoe mensenhanden dit schijnbaar ontoegankelijke eiland bewoonbaar hebben gemaakt, en hoe harmonieus natuur en cultuur samengaan. De natuur, uiteindelijk sterker, deelt af en toe een plaagstootje uit in het orkaanseizoen, wanneer je alleen maar nederig kunt zijn, en met de ‘shutters down’ in huis afwachten tot het geweld over is, hopend, dat de schade meevalt.
Er gaat op zee ook wel eens iets mis, als stroming, wind en golven flinke zeiljachten, die hier voor de kust liggen, als kleine speeltjes behandelen en tegen de rotsen kwakken. De aantrekkingskracht van dit eiland, ook wel ’the Unspoiled Queen’ genoemd is groot, merken de zeiljachtverhuurbedrijven keer op keer, ook al raden ze hier aanmeren af.
Ontzag heb ik voor de oceaan, de natuur. Hoe klein Saba ook is, het komt met enige regelmaat voor, dat argeloze toeristen hier hopeloos verdwalen op de dichtbegroeide hellingen met soms moeilijk herkenbare paden, met name aan de noordzijde.
Op de veranda van het huis van mijn vrienden, schuin onder mij het zwembad, begroeten de kolibri’s mij. De huisdieren: twee katten en een schildpad scharrelen wat rond, en in de tuin zijn leguanen, traag en statig. ’s Nachts het geluid van de talloze krekels.
Elke ochtend, bij zonsopgang, wordt het eiland gewekt door de ‘schelpblazer’.
Deze man, die een verzameling grote zeeschelpen bezit, fabriceert al blazend een mysterieus geluid, dat over heel Saba klinkt, zo lijkt het. Een nieuwe dag begint…

Hier, op dit tegelijk sprookjesachtige als ruige eiland, is het ‘dolce far niente’.
En vanuit die rust ontstaan de mooiste dingen.
Vaak ben ik hier tot inzichten gekomen, wandelend in de groener dan groene bossen of uitkijkend over de oceaan.
Wellicht is het ook wel de energie van het vulkanische landschap, die een bijdrage levert…
Een paar jaar geleden ontstond hier bij mij het idee om in Nederland een centrum voor Mind Body Medicine op te richten. Voor mij is dit geneeskunde in optima forma, waarbij moderne behandelmethoden gecombineerd worden met zelfzorg. De patiënt speelt een centrale rol en is bereid om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn gezondheid. De tijd is bijna rijp om de zorg gezonder in te gaan richten.
Work in progress….

MB